Tips voor ademhalingstechnieken 

Bilaterale ademhaling: Probeer zowel naar links als naar rechts te ademen om symmetrische spierontwikkeling te bevorderen en beter te navigeren. 

Sight breathing: Lift je hoofd op terwijl je ademhaalt om de omgeving te scannen en op koers te blijven zonder te veel af te wijken. 

Ademritme: Werk aan een consistent ademritme. In openwater wordt met een hogere ademhalingsfrequentie gezwommen dan in het zwembad. Zorg ervoor dat je ademhalingsmomenten niet altijd navigatiemomenten zijn, maar combineer je navigatiemomenten wel met een ademhalingsmoment. Je kan bijvoorbeeld zwemmen met een ademfrequentie van 1 op 3, 4 of 5 slagen, terwijl je om de 12 of 15 slagen kort het hoofd oprichten om te zien waar je heen gaat en vervolgens het hoofd weer zijwaarts draait voor het ademhalen. 
 

Effectief omgaan met boeien 

Vooruit plannen: Anticipeer op de boei en begin je koers aan te passen voordat je daar aankomt om onnodige afstand te voorkomen. 

Oefen boeitechnieken: Oefen het maken van scherpe bochten en het snel aanpassen van je zwemrichting om vertrouwd te raken met deze vaardigheden. Indien je zo weinig mogelijk zwemsnelheid wilt verliezen tijdens het keren, kun je het beste een dubbele borst-rug-borst draai maken. Met deze techniek draai je al zwemmend van de borst naar de rug (je maakt dus een borstcrawl slag, vervolgens één rugslag) om vervolgens weer op de borst te draaien. Door deze manoeuvre twee keer achter elkaar uit te voeren, draai je eenvoudig 180º van zwemrichting terwijl je dicht bij de boei blijft. 

Zoek de vrije ruimte: Het kan soms best wel dringen zijn dichtbij een boei. Daarom is het van belang om de vrije ruimte te zoeken. Dit kun je doen door 50 meter voor de boei te versnellen en op deze manier jezelf los te zwemmen van de andere zwemmers. Ook kun je ervoor kiezen om de worstelingen te vermijden door juist ruimer om de boei te zwemmen. 

Tips voor Coördinatie en oriëntatie 

Markeerpunten: Identificeer herkenningspunten aan de horizon om je oriëntatie te behouden, vooral als er geen duidelijke zwemlijnen zijn. 

Oefenen, oefenen, oefenen: In het openwater zijn er veel uitdagingen zoals slecht zicht, golven en wind die het moeilijker maken om in een rechte lijn te zwemmen. Je kunt dit oefenen door tijdens een training in het zwembad af en toe je ogen dicht te doen en te proberen een rechte lijn aan te houden. Let op: hou rekening met de andere zwemmers!  

Groepszwemmen: Zwemmen in een groep kan helpen bij oriëntatie. Houd je medezwemmers in de gaten en volg hun koers. Ga niet te dichtbij ze zwemmen zodat jij je slagen kan afmaken.  

Verken het terrein: Als mogelijk, verken het zwemgebied van tevoren om vertrouwd te raken met stromingen, golven en mogelijke obstakels. 

Verschillende Zwemtechnieken 

Schoolslag: Als je het borstcrawl zwemmen nog niet kan volhouden, probeer dan geen vlinderslag, maar schoolslag te zwemmen. Let er bij schoolslag op dat de kracht uit je benen komt en dat je met je armen het water aait in plaats van pakt.  

Beenslag: Gebruik je benen om horizontaal in het water te blijven liggen. Op deze manier ga je zuinig met je zuurstof om en raak je minder snel vermoeid. Doe dit bijvoorbeeld door twee beenslagen op één armslag (1:2) te zwemmen.   

 

Wil jij met bovenstaande aspecten aan de slag gaan? Kom dan naar één van de openwater cursussen deze zomer! Door deze technieken en tips toe te passen, kun je jezelf beter voorbereiden op de uitdagingen van open water en meer genieten van elke zwemervaring. 
kom je liever meteen in actie bij een mooi evenement? Doe mee met een Openwater Swim Challenge!  
 
 
 
 
 
 
 

Publicatiedatum: 31-07-2024